dinsdag 8 januari 2013

12. Pattaya: good men go to heaven, bad men go to Pattaya...

Mojo, waar is je mama?



Moet eerlijk zijn, het is met spijt in het hart dat we afscheid nemen van het verre Oosten, maar tegelijkertijd zijn we toch ook enorm blij dat we jullie allemaal weer terug gaan zien!  Het was een heerlijk reisje, en dankzij de vele en leuke reacties hadden we het gevoel dat jullie er toch een beetje bij waren ons avontuur mee te beleven.  Maar de laatste dagen zijn de tekenen overduidelijk: tijd terug te keren naar jullie warm onthaal in ons koude landje.



We hebben net uitgecheckt uit een hotelkamer waar wegens overstok witloof in de frigo lag te bewaren.  Een  Belgisch hotelletje, inclusief het enige echte frietkot van Thailand...
Uitgebaat trouwens, door de baas van een collega van mij, zo bleek.
En dan nu heel snel nog 1 aller aller laatste keer bloggen, voor we aan ons 11 000 km lange terugreis beginnen.

We moeten ons wel beetje haasten met dit blogje, want we hebben iets minder tijd dan verwacht. 

Dat komt omdat we iets langer dan verwacht hebben liggen genieten van de laatste zonnestraaltjes op het eiland zo'n 45 minuten voor de kust van Pattaya.  De laatste twee dagen hebben we inderdaad twee keer hetzelfde ritueel uitgevoerd: opstaan, ontbijtje nemen, de ferry op richting eiland, dan met een kleiner bootje (met vaak ge-improviseerde motor) op een pier die uit oude plastieken vaten bestaat, om nadien een hele dag te luieren, in het water te dobberen en van het zonnetje te genieten.  En dan de omgekeerde weg terug tot aan het platteland, en dan een TukTuk terug naar het Westers gedeelte van de stad.








   























































 





Dat komt omdat de pier hier in het "Russisch" gedeelte van de stad ligt, en ons hotelleke nu toevallig iets verderop in het Westers gedeelte.  Pattaya is wel wat duurder dan gelijk welk andere stad waar we tijdens ons reis mochten vertoeven, en een hotelleke met zicht op zee of op de haven zat belange niet in onze prijsklasse.  Maar ja, van het zicht mogen we niet klagen...



Dat komt omdat ons hotelleke namelijk in het midden van de blote tetten buurt ligt.



Dat komt omdat Pattaya de "hoofdstad van het sextoerisme" is.  Dat wisten we niet voor we hier kwamen, echt niet ;-)  Maar dat maakt ons niet, echt niet.  Overdag is het hier ongeloooofelijk rustig in de straat, en van zodra de zon ondergaat komt de ambiance je groetend tegemoed.  Je omtmoet er hier supervriendelijk lachende Aziatische meisjes, halfnaakt maar zeker niet vulgair, die je hun dance club proberen binnen te lokken. Verder bestaat de bevolking voornamelijk uit gepensioneerden die hier een jong blaadje komen opscharrelen, maar af en toe kom je ook eens een koppel tegen die hier hun nachtelijk leven wat spannender hoopt te maken (en dat doen ze niet alleen he), en trouwens ik zweer het, het zijn altijd van die brave schooljuffrouw typekes, of een dwergje die hollend de straat doorhuppelt achter een even groot meiske...  Meer dan genoeg leven in de brouwerij dus om je hier 's avonds met een Belgisch frietje op het terras te zetten en te gieren van het lachen over al wat je ziet passeren.  En van de luide muziek hebben we geen last, want we slapen als een baksteen...



Dat komt omdat de reis naar Pattaya om 2u 's ochtends begon met een busrit, zodat we om 7u bij de grens konden aanschuiven voor het nodige papierwerk.  Na 3u zonnekloppen in de rij voor de controle loketjes, en dan nog een uurtje wachten, bracht een tweede busrit ons naar het busstation net buiten Pattaya, en dan tot net in de vooravond lopen zoeken met ons ondertussen loodzware rugzakken.









 

Dat komt omdat we in Siem Reap weer wat hebben lopen shoppen. Ze hadden er dan ook zo veel toffe marktjes met zo veel toffe spulletjes.  Leuke hoedjes bijvoorbeeld ( en geen waaiers, dus geen 50 Cambodia-punten =) )



Dat komt omdat er daar niet te veel te doen is buiten shoppen, aangezien we cultuurbarbaren zijn, al wat dichter bij Bankok airport wouden geraken, en nog een beetje wilden chillen.  Daarmee dus de verre rit, het vinden van een Belgisch frietkot/hotelleke in een stad die we lukraak hadden uitgekozen maar waar eigenlijk nog veel leven in zit...

Ik heb er bijna geen zin in, maar toch wordt het stilaan tijd om aan de laatste paragraaf van ons tweede blogje te beginnen.  Het tweede blogje van hopelijk nog veel meer... Maar das voor later.  Een beetje later, maar toch later, want eerst is het tijd om aan ons terugreis te beginnen en dan enkele leuke avonturen in Belgie te beleven.  Samen met jullie.

Tot gauw...


De backpacktravellers...


zaterdag 5 januari 2013

11. Siem Reap: same same, but different.


Must.... Wear... Sunscreen...
More sunscreen... Mooooore sunscreeeeen...




Tot zover de korte samenvatting van onze reis van Phnom Pehn naar Siem Reap.  We waren namelijk op het fantastische idee gekomen, om in plaats van de minibus (snelst) of gewone bus (goedkoopsts) te nemen, eens tijd nog geld te sparen en met de boot te reizen.
We kwamen toe in de haven en zagen meteen een prachtig gerestaureerde, gigantisch grote en oude stoomboot in het ochtendlicht schitteren.
Daarachter lag een klein, verroest wrak boordevol toeristen.  Lap...  Dat was de onzen, natuurlijk...




Ah ja, als je niet binnenin de torpedovormige frigo bleef zitten in de ijskoude airco, maar bovenop het dak kroop, had je al een heel ander gevoel.  Kruip dan nog eens helemaal naar achter, vlakbij de lawaaierige dieselmotoren, en je hebt alle plaats van de wereld.  Ga rustig liggen op het dakvenster dat wat open stond om de motoren te verluchten, en voila een prive dek op ons eigen Cambopdiaans cruise was een feit.












De tocht begon wat frisjes maar al gauw begon de zon te schijnen en genoten we met volle teugen van het landschap dat ons voorbij flitste.  Eerst de hoofdstad, dan verloor het landschap huizen en won het aan groen, tot je uren door de jungle vaart.  Uiteindelijk verdwijnt de jungle omdat de oevers steeds verder uit elkaar gaan liggen, tot je aan alle kanten enkel water ziet en je je in het midden van de zee waant.  Nadien komen plots de oevers weer vanuit de horizon naar je bootje geslopen, en vaar je enkele kilometers onder Siem Reap door een moerasdorp (de mensen hun huizen hier zijn boten... of omgekeerd...).



Hier toegekomen trouwens, stonden een hele horde TukTuk chauffeurs te wachten om de horde toeristen 14 km verder het stad in te voeren, en 1 van die chauffeurs hield een groot (en roze) blad papier in de lucht waarop stond "WELCOME KUNDRY (19 Happy House).  Cadeautje van onze vrienden in Phnom Pehn. =)  "JAN" was blijkbaar te moeilijk om te spellen, maar soit, no hard feelings, ik mocht na even aandringen ook wel mee.  Hehe.



Natuurlijk is de combinatie wind + zon gevaarlijk, en zelf na 9 keer insmeren op 6 u tijd waren we maar nipt op tijd op ons bestemming om ons huidje te redden.  Heila, 25 dagen bruinen,dat geven we niet meer af hoor!


Siem Reap is een interessant stadje.  Net als Vang Vieng, is de enige bestaansreden van de stad het toerisme, in dit geval het nabij gelegen Ankor, een tempelcomplex van 350 vierkante kilometer, maw net zoals de stad gigantisch groot.  In het midden van de stad vind je Pub Street, waar bijna alle restaurants zich bevinden, daarrond een groot aanbod aan hotels, van middenklasse tot onbetaalbaar (30-50 dollar), de overige plaats wordt ingenomen door de ene markt na de andere (open tot middernacht).  Hurray voor Piepeke dus. =)  Moest er nog een vierkante meter hier of daar over zijn wordt dat volledig gevuld met massagesalon.  Overdag is de stad belachelijk stil, als de grote stroom westerlingen met honderden bussen en TukTuks naar de tempels worden gevoerd, na zonsondergang kan je hier op de koppen lopen.

Wegens geen goesting om nog langer in de brandende zon rond te lopen na die lange boottocht, kozen we ervoor om eens lekker decadent in te checken in een echt hotel, zo eentje waar de bedienden een buiging maken als je voorbij komt, ik vermoed om te controleren of er geen dollars uit je overvolle zakken vallen of zo.

Dat leek ons eerst wel eens een goed idee, maar net als overal weten ze hier geen bal van Westers koken (we krijgen echt zin in eten waar we nog eens stevig ons tanden kunnen in zetten), het zwembad zat vol met Chinese kinderen, en een hotelkamer gebruiken wij enkel om in te slapen (en douchen en keppen natuurlijk), niet om naar sattelietTV te zitten staren.

We liepen die avond dus in het stad rond (lees: Piepeke zat tussen de stoftjes te zoeken op een avondmarktje) toen we beseften hoeveel geld we dus uitgegeven hadden in verhouding met de hoeveelheid genot, wat we meteen goed maakten door dan midden in de nacht in het zwembad te gaan spelen als twee kleine peutertjes...

Nou ja, twee... Het water was wat koud voor Piepeke...
Nou ja, klein... Bij manier van spreken he...
Nou ja peutertje.  Nee wacht, dat klopt wel...







Dag twee, vroeg opstaan, lekker doucheke, tassie thee, (koffie is hier niet te drinken), en tijd om aan Ankor te beginnen.  Omdat we onze reis, zeker het einde, eigenlijk niet super goed hebben gepland wegens geen tijd, te druk, etc (je weet wel he, die typische Westerse manier van leven), wisten we eigenlijk niets over Ankor behalve dat het een gigantisch tempelcomplex waarvan je de hoogtepunten in 3 dagen kan doen, maar toch best een weekpas koopt, misschien zelf twee na elkaar.






In onze verbeelding hadden we dus zoiets voorgesteld...



Na een korte rit werden we echter met de realiteit geconfronteerd...



En dan voelden we ons een beetje...



He dit kort typen en de fotos laten spreken is wel tof...
Keer wat proberen he... De tempels waren dus super druk, maar groot genoeg dus als je wat begon te klauteren...




Tot je bijna het noorden kwijt was...











     





==>




Kon je je soms heel even alleen wanen.
De eerste twee tempels waren wel tof, maar we kregen een beetje het "same same, but different" gevoel.  Dankzij ons proffesionele gids echter...



Vonden we al snel de "echte" tempel, diegene uit de Tomb Raider film met Angelina.  Deze tempel is indertijd compleet aan de honger van de jungle overgelaten, en nu helemaal overwoekerd met eeuwen oude kunstwerken van bomen.  Kiekjestijd...






 





Door deze prachtige omgeving en het feit dat we de grootste massa bezoekers zijn kunnen ontvluchten, werd het toch een leuke dag.  Cultuurbarbaren als we zijn, hebben we toch besloten dat dit genoeg Ankor was, en we ons allerlaatste twee dagen liever al chillend en lichtelijk dronken willen doorbrengen. =)
Graptje natuurlijk, maar wat relaxen op het einde lijkt ons toch een goed plan.  Omdat we nu geen tijd meer hebben om helemaal terug naar de Cambodiaanse stranden in het zuiden terug te keren, steken we vannacht de grens met Thailand over.
Dankzij het feilloos systeem van een vogelpiek en een kaart van Thailand, hebben we ontdekt dat er wat witte stranden rond eilanden liggen op een tweetal uurtjes rijden van Bankok airport: Pattaya.  Als alles goed gaat (we hebben bijvoorbeeld geen flauw idee of we 's nachts de grens over kunnen en of we een visum nodig hebben) liggen wij morgen met een coktail in ons muiltje, onze luie kont te verbranden zo tegen de tijd dat jullie opstaan.  Klinkt goed.

Vanavond nog een lange nacht tegemoed dus, maar aan afleiding hier in Siem Reap geen gebrek.  Voor 50 Cambodia cool-punten (het is een beetje een makkelijke), hier dus de challenge van de week: wat is dit rare artifact dat ze hier op de markt verkopen???





Antwoorden op een gele briefkaart richting Bankok airport aub...



Ondertussen zijn wij rijp voor een hapje en een drankje, maar als jullie nog iets willen toevoegen dan horen we het graag hoor!!!

Dikke zoen, en tot gauw =)



woensdag 2 januari 2013

10. Sihanouk Ville / Kampot: feesten / met de beesten


Hoera!  We zijn nuchter genoeg om terug te bloggen...
Ik bedoel...
Mocht je het nog niet genoeg gehoord hebben, dan ook nu meteen van ons (nog) eens een heel gelukkig nieuwjaar toegewenst!



Om ons jaartje goed af te sluiten, hebben we (met een beetje pijn in het hart) afscheid genomen van onze vrienden in "19 Happy House", en trokken we nog verder zuidwaards naar de plaats waar bijna iedere backpacktraveller in Cambodia het eindejaar zou vieren: Sihanouk Ville.


De stranden hier zijn ongeveer 4 m lang, gelukkig heeft het overbevolkte stadje 7 stranden en een heleboel eilanden.  De laatste dag van het jaar hebben we onzelf getraind in de kunst der horizontalisme: ter strand, ter zee en in de lucht.











Een aantal tintjes bruin en hier en daar wat rood tot donker rood tot bijna zwart erbij, en we waren klaar om het nieuwe jaar eens goed in te zetten.  De Cambodianen vieren namelijk het westers nieuwjaar mee ( en ook het Chinees, en hun eigen nieuwjaar, hehe) en dat doen ze dan ook met stijl, al vanaf het donker wordt, zo rond 18u, beginnen ze met het vuurwerk, dansers en paaldanseresjes, fireshows, live DJs, gratis shotjes en vette ambiance, en dit tot de zon weer opkomt.

Zover zijn wij niet geraakt, by the way =)  Na een aperitiefje op de pier hebben we "een goeie fond" gelegd in de vorm van een lekkere BBQ op het strand, met een cocktailtje of twee deze keer.  Nadien gaan feesten als de beesten met ondertussen al emmers coktails en enkele tienduizenden anderen waar we geen een van kenden, beste nieuwjaarsfeestje ooit gedaan.













In het nieuwe jaar wouden we geen gras over ons avontuur laten groeien, dus na een frisse douche lieten we het ondertussen zo rustige Sihanouk Ville achter ons en ruilden het in voor het kolonistische Kampot.  Kampot staat wereldweid bekend om zijn specerijen, zout en peper voornamelijk, dus toen we daar enkele uren voor het donker werd toe kwamen huurden we een scootertje en cruisden we door de omgeving.
Pepervelden niet gezien, wel de vissers zien thuiskomen bij zonsondergang, een goed kiekmoment hoor die kleine bootjes op die grote rivier, zonsondergang, bergen en een tempel op de achtergrond!


 
    

In die prachtige Wat (tempel) trouwens ons eerste gesprek gehad met studie-smurf, een monnik die in het waterpavilion naarstig zat te lezen.
















We vonden twee mogelijke guest houses, het een was een keurig familiehotelletje met ruime kamers, warm water en een uitgebreid balkon in een practhige, Franse villa.  Het ander was een beetje vervallen villa die er vlak naast gerund werd door een dronken hippie, met een grote tuin vol hangmatten en loslopende honden, gigantische kamers waar gekkos in zaten gemeenschappelijke, koude douches.
In zo'n geval is de keuze overduidelijk: gekkos eten namelijk spinnen en muggen, dus voor een rustige nachtrust deel je met hen de kamer. =D



We vielen snel in slaap, nog een beetje moe van de vorige dag, en stonden ook deze keer weer met de kippen op.  Qua tijdig opstaan hebben we deze reis ons quota van het hele jaar wel goedgemaakt.
Snel doucheke gepakt, lekker ontbijt gesmuld (die hippie had namelijk supervriendelijk personeel dat bijzonder lekker kon koken) en op onze 20cc gesprongen om het landschap weer te doorcruizen.





Na enkele keren de weg te vragen in de kleine gemeenschappen die langs de weg leven, vonden we een 8jarig meisje dat Engels leerde op school en ons de weg naar de dierentuin wees.



 




















Deze was bijzonder groot en bijzonder verlaten, we hebben ons dan ook weer goed geamuseerd met gekke bekken trekken naar de aapjes, tussen de boomgaarden te wandelen (ze kweken alle voedsel voor de beestjes in de zoo zelf) op zoek te gaan naar kooitjes met beestjes.  Af en toe kwamen we eens een kooitje tegen waarvan het hek half open stond en er geen beestjes meer te zien waren, dan liepen we wel wat voorzichtig rond, tot we weer het volgende verlaten speelpleintje tegenkwamen en het kind in ons weer helemaal naar boven kwam.  Lol.









     



















Nadien wat verder gecruised langs velden en rivieren, twee nieuwe vrienden gemaakt die geen Engels verstonden, maar ons wel een heerlijk zakje harde en goed gekruide pinda nootjes cadeau gaven.  Nadien bleek dit te gaan om pitten van een bloem waar de Cambodianen hun goden mee aanbidden.  Heilig zaad, lekker =D
































Trouwens, ik begin superfan te worden van hangmatten.  's Middags opnieuw een heerlijke maaltijd verorberd in een hangmat in de schaduw van een bamboehutje, we lagen bijna te pitten toen de bus ons kwam oppikken om ons naar het noorden te brengen.



Niet dat we nu al gelukkig zijn met de hoeveelheid vitamine D, maar de reis begint in te korten en aangezien we op het zuidelijkste punt van Cambodia zaten, moeten we nu naar het noorden willen we op tijd terug in de luchthaven van Bankok raken.  De trip van het uiterste zuiden naar de tempels van Ankor in het noorden is net iets te lang om in 1 stuk te doen, dus besloten we al snel dat de beste plaats om een tussenstop in te lassen, ons "home away from home" was: "19 Happy House", Phonm Penh.

Morgen gaan we met de boot richting Siem Reap, maar nu eerst nog eens genieten van een heerlijke Amok met kip en een klein feestje.

Dikke piepers en love you much!!!